Een griezelig monster
Slijmzwammen of beter gezegd myxomyceten:
Zijn weinig bekend bij de natuurliefhebbers, hebben een griezelige aanblik voor leken en zijn toch zo boeiend om waar te nemen voor mycologen. Voor de volledige cyclus in de ontwikkeling zie:
In een tuin aan de rand van de Houtsaegerduinen ontdekte een natuurgids op een ontschorste boomstam een plasmodium. Het front is samengesteld uit honderden ééncelligen op zoek naar eten zoals rotte boomzwammen, bacteriën en nog meer van dat lekkers. Een plasmodium kruipt ongeveer aan een snelheid van 2,5 cm/uur over het substraat.
De opgegeten brokjes worden verteerd en verdeeld door de aders zodat alles goed kan groeien.
Het plasmodium verdeelt zich in aparte klompjes en de aders drogen op. Het geheel verandert in vruchtlichamen.
Hoe de vruchtlichamen er zullen uitzien begint stilaan duidelijk te worden op het beeld rechts bovenaan.
Het worden zogenaamde sporocarpen die in trosjes hangen aan het substraat. Hierin worden nu sporen gevormd. Insecten zoals springstaartjes, pissebedden en slakken zijn er verlekkerd op en zullen zorgen via hun uitwerpselen voor de verspreiding van de soort.
Deze vruchtlichamen krijgen een donkerblauwe kleur die bepaald wordt door de kleur van de sporen. Op de huid ook peridium genaamd worden kalkkorrels gevormd waardoor ze een grijze minder opvallende kleur krijgen. Bij volledige rijping barst het peridium open en kunnen de sporen zich met de wind wereldwijd verspreiden. De hierboven beschreven soort noemt men een troskalknetje of Badhamia utricularis.